Hus en Hiem jaarverslag 2018

Page 1

Jaarverslag 2018

hรปs en hiem

1


2


Jaarverslag 2018

Inhoud

Pagina

Jaarverslag Programma - Doelstelling en taken - Uit en rondom de organisatie Paragrafen - Onderhoud kapitaalgoederen - Bedrijfsvoering - Weerstandsvermogen - Verbonden partijen

4 6 18 18 19 21

Jaarrekening -

Financieel jaarverslag Balans per 31 december 2018 Overzicht baten en lasten 2018 Toelichting op de balans per 31 december 2018 Toelichting op overzicht baten en lasten 2018 Controleverklaring

Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3:

Samenstelling bestuur/bureau Samenstelling commissies Overzichten productiecijfers 2018

3

22 22 23 25 26 34

38 40 41


Doelstelling en Taken Doelstelling: De Gemeenschappelijke Regeling ‘hûs en hiem’, welstandsadvisering en monumentenzorg, is opgericht 1 januari 1985 en voortgekomen uit: 1925: Provinciale Friesche Adviescommissie ter wering van de inbreuk op de schoonheid van stad en land. 1947: Provinciale Friese Schoonheidscommissie. 1980: Friese Schoonheidscommissie ‘HUS en HIEM’. De regeling heeft ten doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Friesland. Taken: Het lichaam geeft met behulp van een hem ten dienste staand bureau uitvoering aan de bovengenoemde doelstelling en oefent daarbij de volgende taken uit: a. het voorzien van de gemeenten in de welstandsadvisering als bedoeld in de Woningwet; b. het geven van adviezen over algemene welstandsvraagstukken aan gemeenten, andere openbare lichamen en aan particulieren, de laatsten voor zover het een tweede onafhankelijke beoordeling betreft van bouwplannen gelegen buiten de aan de Gemeenschappelijke Regeling deelnemende gemeenten; c. het voorzien van de gemeenten in de advisering over de toepassing van de Monumentenwet* en de Monumentenverordening in het bijzonder in de advisering als bedoeld in artikel 11 van die wet; d. het op verzoek van gemeenten, voorzien in de advisering over de toepassing van de Monumentenwet* en de Monumentenverordening, in het bijzonder ten aanzien van beschermde gemeentelijke monumenten en/ of in de advisering ten aanzien van (beeldbepalende) panden binnen ingeschreven beschermde stads- en dorpsgezichten en/of in de advisering van objecten met door de gemeente toegekende cultuurhistorische waarde. Hoewel in het werkveld de benamingen ‘welstandscommissie’ en ‘monumentencommissie’ nog wel eens worden gebruikt, functioneert hûs en hiem al enkele jaren als integrale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit. De integratie van disciplines als welstand, monumentenzorg, stedenbouw en landschap in één commissie kent, zo is al vaak gebleken, veel voordelen. Advisering gaat over het algemeen vlotter, is consistenter en is voordeliger voor de aanvrager.

* Op 1 juli 2016 is de nieuwe Erfgoedwet in werking getreden. Hoewel daarmee de jure beoogd is de Monumentenwet uit 1988 te vervangen, is in afwachting van het in werking treden van de Omgevingswet, de facto overgangsrecht van toepassing. In die zin dat artikel 9.1 van de Erfgoedwet voorziet in het onverminderd van toepassing zijn van relevante artikelen uit de Monumentenwet 1988.

4


Planoptimisme Uit de door minister Ollongren in november 2018 aan de kamer gestuurde ‘Staat van de Woningmarkt 2018’, blijkt dat het woningtekort in Nederland niet kleiner wordt. Integendeel: het tekort neemt zelfs toe. Het regionale verschillen zijn fors: in Amsterdam bedraagt het tekort 6,5%, in Fryslân is het tekort becijferd op 0,7%. Geen alarmerend cijfer voor onze provincie, op het eerste gezicht. Echter, om het tekort te berekenen wordt uitgegaan van het aantal huishoudens. Die zijn op dit moment wel bekend, maar het wordt anders wanneer we naar de toekomst kijken. Prof. dr. P.J. Boelhouwer, hoogleraar Housing Systems aan de TU Delft, heeft berekeningen gemaakt die nogal afwijken van de cijfers van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Boelhouwer becijfert de groei van het aantal huishoudens naar 2050 toe op 1,5 miljoen, waar het ministerie een groei van 1 miljoen voorspelt. Al enkele jaren wordt de bouw van het aantal gewenste (geplande) nieuwe woningen niet gehaald. Uit het aantal in 2018 afgegeven omgevingsvergunningen valt af te leiden dat ook in 2019 de productie beneden de planning blijft. Niet enkel op nationaal niveau is sprake van zogenaamd planoptimisme. Ook provincies en gemeenten maken zich hieraan schuldig. De geplande productie voor over twee à drie jaar is vaak hoger dan de werkelijkheid dan laat zien. Planoptimisme kent meerdere oorzaken: bijvoorbeeld gebrek aan capabele ambtenaren, gebrek aan bouwers en moeilijker te realiseren plannen (meer binnenstedelijk). Deze factoren laten echter onverlet het feit dat bij ‘stapeling van ambities’ de realiteitszin niet uit het oog verloren hoeft te worden. Reality check!

Bron: “Woningtekort weer niet ingelopen; integendeel” door Jos Feijtel (Omgevingsweb 28-11-2018)

5


Inleiding Begin 2018 vond in Davos een conferentie van Europese ministers van Cultuur plaats waarbij, in het kader van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed 2018, een verklaring is ondertekend. Benoemd is dat cultuur een centrale rol speelt in de gebouwde omgeving. Gesteld is dat er dringend behoefte is aan een integrale, cultuurgerichte benadering van de gebouwde omgeving en voor een menselijke kijk op de manier waarop we gezamenlijk vormgeven aan de plaatsen waarin we wonen en aan de erfenis die we achterlaten.

Het begrip Baukultur werd gepositioneerd: Baukultur omvat elke menselijke activiteit die de gebouwde omgeving verandert. De gehele gebouwde omgeving, waaronder elk ontworpen en gebouwd object dat is ingebed in en verband houdt met de natuurlijke omgeving, dient te worden beschouwd als één geheel. Tot de Baukultur behoren zowel bestaande gebouwen, waaronder monumenten en andere cultuurhistorische elementen, als het ontwerp en de bouw van hedendaagse gebouwen, infrastructuur, openbare ruimten en landschappen. Er wordt een visie gegeven op kwalitatief hoogstaande Baukultur, de voordelen van een kwalitatief hoogstaande Baukultur voor de samenleving worden benoemd, hoe een kwalitatief hoogstaande Baukultur kan worden bereikt, en waar men zich voor in wil gaan zetten. In de Nederlandse versie van de verklaring van Davos is de Duitse term Baukultur onvertaald gebleven. In het Fries zouden we ‘boukultuer’ gewoon kunnen gebruiken. Friesland is een deel van Europa, van Nederland, gewonnen op de natuurlijke ondergrond of het water, grotendeels ontworpen en ingericht met eeuwenlang volgehouden hoogstaand ingenieurswerk. De inrichting van de ruimte was en is een samenspel van economische, sociaalmaatschappelijke en esthetische ambities. Dit heeft geleid tot krachtige landschappen, steden en dorpen. Het belang van cultureel erfgoed, de kwaliteit van natuur en landschap, stedenbouwkundige kwaliteit en architectonische kwaliteit van bouwwerken wordt ook in Friesland nog steeds hoog geacht. Het is de vraag of de vanuit Den Haag geïnitieerde en op handen zijnde stelselvernieuwing veel invloed zal hebben op de Friese boukultuer. In de toelichting op de Omgevingswet worden bovengenoemde aspecten benoemd als pijlers van ‘goede omgevingskwaliteit’. Het gaat daarbij zowel om de menselijke beleving als om de intrinsieke waarden die de maatschappij toekent aan de identiteit van gebieden en aan dier- en plantensoorten. Zorg voor goede omgevingskwaliteit is een van de maatschappelijke doelstellingen van de

6


Omgevingswet en de verantwoordelijkheid daarvoor wordt zowel bij initiatiefnemers als bij de overheden neergelegd. Langzamerhand ontstaat er zicht op de mogelijkheden die nieuwe instrumenten als de omgevingsvisie en het omgevingsplan zullen bieden voor kwaliteitsbeleid. Tegelijk realiseren velen zich dat je goede omgevingskwaliteit niet kunt borgen zonder te vervallen in regels die ook weer nieuwe regels oproepen. En dat wilde men toch niet meer? Was het niet juist de bedoeling om die lawine van regels terug te dringen? Wat wĂŠl met betrekkelijk weinig regelgeving zou kunnen worden geborgd, is het arrangeren van een goed gesprek over de omgevingskwaliteit. Mooiwaarts noemt dat het meerwaardegesprek, stelt voor om dat als procesvoorwaarde op te nemen in het Omgevingsplan en voorziet daarin een rol voor de onafhankelijke, gemeentelijke adviescommissie. Initiatiefnemers van bouwplannen kunnen dan in een vroegtijdig stadium worden bevraagd op en worden gestimuleerd om naast het realiseren van hun eigen belang met het bouwplan ook een maatschappelijke meerwaarde te creĂŤren. Als goede omgevingskwaliteit op deze wijze wordt geagendeerd in alle plan- en ontwerpprocessen, zal dat niet alleen bijdragen aan de zorgvuldigheid bij bestuurlijke afwegingen, maar ook aan de Friese boukultuer.

Marc A. Visser secretaris/directeur

7


Federatie Ruimtelijke Kwaliteit, TRKN De Federatie Ruimtelijke Kwaliteit is de landelijke koepelorganisatie voor gemeentelijke en regionale adviescommissies, die de lokale en provinciale overheden adviseren over de kwaliteit van de gebouwde omgeving. De Federatie Ruimtelijke Kwaliteit deed een oproep aan raadsleden om na te denken en te praten over omgevingskwaliteit. Want met de invoering van de Omgevingswet zullen niet alleen de huidige instrumenten en procedures veranderen, ook de rol van de gemeenteraad ten opzichte van het college van B&W zal straks een nieuwe vorm krijgen.

Samen met de zusterorganisaties uit de andere provincies vormen wij Team Ruimtelijke Kwaliteit Nederland (TRKN) en wisselen de circa 200 adviseurs geregeld kennis en informatie uit. In 2018 werd ook Young TRKN opgericht, waarin de jonge adviseurs zich hebben verenigd om gezamenlijk activiteiten te ontplooien. Onze collega’s van MOOI Noord-Holland organiseerden samen met een drietal gemeenten een expertmeeting over advisering over ruimtelijke kwaliteit in de toekomst. Op basis daarvan is een pamflet opgesteld dat probeert scherpte aan te brengen in een vijftal dilemma’s. Jef Mühren, directeur van MOOI Noord-Holland gaf een toelichting op het pamflet tijdens de najaarsvergadering van het bestuur op 30 november 2018.

Monumentenspreekuur Partner in erfgoed is het Steunpunt Monumentenzorg Fryslân. Samen met het steunpunt, de provincie én de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE) wordt maandelijks een Monumentenspreekuur georganiseerd. Dit is een laagdrempelig platform waar monumenteneigenaren terecht kunnen in een vroegtijdig stadium van planvorming. Ideeën over de transformatie, restauratie of onderhoud van (Rijks)monumenten kunnen worden voorgelegd aan de adviseurs. Groot voordeel is ook dat initiatiefnemers op één plek advies over hun plannen ontvangen, zodat zij niet langs meerdere loketten hoeven.

Het als rijksmonument beschermde badpaviljoen is in 1913/1914 in beton opgetrokken met kenmerkende Art Nouveau elementen.

8


Ook bijzondere kwesties zoals het Badpaviljoen in Hindeloopen (Rijksmonument dat zonder vergunning door de eigenaar is verbouwd) komen in het Monumentenspreekuur aan de orde. Door de Centrale Adviescommissie is in 2018 vervolgens een dringend verzoek gedaan aan de gemeente Súdwest-Fryslân om handhavend op te treden.

Documentaire Over de werkzaamheden van hûs en hiem is een documentaire gemaakt, die te bekijken is via Youtube. De documentaire laat zien dat de advisering betrekking heeft op uiteenlopende vraagstukken op het gebied van ruimtelijke kwaliteit in Friesland. Naast de Centrale Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit en de Lokale Adviescommissies wordt ook aandacht besteed aan kwaliteitsteams en de Nije Pleats. Van de documentaire is ook een korte versie gemaakt.

Still uit documentaire over de werkzaamheden van hûs en hiem, te bekijken op You Tube

Aanpak interieur kantoor hûs en hiem Goed onderhoud is van belang om de waarde (onderdeel van het eigen vermogen van hûs en hiem) van het vastgoed te behouden. In 2017 is achterstallig onderhoud uitgevoerd aan de buitenkant van het eigen pand aan de Johan Willem Frisostraat te Leeuwarden. Dit betrof dakdekkerswerk, houtrotreparatie, schilderwerk en vernieuwen markiezen. Aan de buitenkant ziet het pand er weer tip-top uit.

Artist’s impression van de vernieuwde werkplekken

9


Binnen is echter een andere kwestie, het meubilair is versleten en voldoet niet meer aan ARBO-eisen. Ook schilderwerk, installaties, verlichting en stoffering vereisen vervanging. Op basis van een door het personeel opgesteld PVE is door interieurarchitecte Wanda de Vries een ontwerp gemaakt. Het Algemeen Bestuur heeft ingestemd met het plan. In 2019 wordt gestart met de uitvoering.

hûs en hiem prijs 2018 Bestuursleden Henk Deinum en Albert van der Ploeg zijn onderscheiden met de hûs en hiem prijs 2018. Deinum en Van der Ploeg, respectievelijk voorzitter en vicevoorzitter van het bestuur van hûs en hiem, ontvingen de prijs uit handen van Piet Klimstra. Klimstra nam in november afscheid van hûs en hiem in verband met zijn pensionering na een dienstverband van ruim 43 jaar.

Uitreiking hûs en hiem prijs 2018 (foto Margreet Helder)

De hûs en hiem prijs is in 2015 ingesteld ter gelegenheid van het 90-jarig jubileum van hûs en hiem en diens rechtsvoorgangers, waaronder de Provinciale Friese Schoonheidscommissie. De hûs en hiem prijs is bestemd voor personen, die zich op bijzondere wijze hebben ingezet voor het behoud en de verbetering van de ruimtelijke schoonheid in Fryslân. Het gaat daarbij niet om een éénmalig project, maar om het ‘oeuvre’ van een persoon gedurende een langere periode. De winnaars van de hûs en hiem prijs ontvangen een speciaal ontworpen houten beeldje en een zilveren speld.

Abe Bonnema Prijs 2018 Jan Nauta (36) heeft de Abe Bonnema Prijs voor Jonge Architecten 2018 gewonnen en ontvangt daarvoor een bedrag van 20.000 euro. Het door Studio Nauta ontworpen Huis aan het Meer in Oudega is volgens de jury een prestatie van uitzonderlijke, hoogwaardige architectonische kwaliteit, die toekomstige generaties inspireert en die tot voorbeeld strekt. Volgens de jury heeft Jan Nauta op een magnifieke plek een geweldig familiehuis gerealiseerd, dat de omgeving volstrekt niet domineert en dat zich vrij bescheiden voegt naar de weidsheid van meer en weilanden. Het ogenschijnlijk eenvoudige ontwerp heeft door diepgaand begrip van situering, ruimtelijke ontwikkeling, bouwtechniek en materiaalexpressie een uitzonderlijk innovatief karakter.

10


Prijswinnende architectuur in Oudega (ontwerp Jan Nauta)

De jury stond onder leiding van Esther Agricola en bestond verder uit Saskia Bak, Annelies van der Goot, Eric Frijters, Dick van Wageningen en Michiel Riedijk. Marc A. Visser is secretaris van de jury. Het secretariaat van de Abe Bonnema Prijs is ondergebracht bij hûs en hiem. In het Fries Museum te Leeuwarden was van 20 november 2018 tot en met 6 januari 2019 een tentoonstelling te zien met alle inzendingen voor de Abe Bonnema Prijs voor Jonge Architecten 2018.

Abe Bonnema Experience 2018 In het kader van Culturele Hoofdstad van Europa 2018 werd de Abe Bonnema Experience 2018 georganiseerd. De ir. Abe Bonnema Stichting stelde in samenwerking met Achmea elke zaterdag in 2018 de Panoramazaal bovenin de door Bonnema ontworpen Achmeatoren open voor bezoekers. Het magnifieke uitzicht vanaf meer dan honderd meter hoogte is een attractie op zich. Op de vloer was een luchtfoto van Friesland aangebracht. De tentoonstelling met de titel Legacy of an architect bevatte maquettes, tekeningen en foto’s uit het oeuvre van Frieslands beroemdste architect van de twintigste eeuw. Met dit bijzondere evenement zetten de initiatiefnemers architectuur op de agenda van Culturele Hoofdstad Leeuwarden-Fryslân 2018.

Vredeman de Vries Prijs 2018 De door de provincie Fryslân ingestelde Vredeman de Vries Prijs werd in 2018 voor de 10e keer uitgereikt en is gewonnen door architectenbureau Onix NL uit Groningen. Zij ontvingen de prijs van 5.000 euro voor museum en houtwerkplaats Houtstad in IJlst. De publieksprijs ging naar de nieuwbouw van woon- en behandelcentrum Parkhoven in Leeuwarden van VNL Architecten in Grou. De jury noemt het Museum en werkplaats Houtstad een bouwwerk dat respectvol omgaat met de oude houtzaagmolen en zijn directe omgeving. De prijs is vernoemd naar Hans Vredeman de Vries. Deze architect, planoloog, tekenaar en kunstenaar is in 1527 in Leeuwarden geboren.

11


Lemster Bokking 2018 Het gemaaltje aan het Lodo van Hamelpad, aan de oever van het Tjeukermeer bij Oosterzee heeft de Lemster Bokking 2018 gewonnen. Het gemaaltje ligt op een opvallende, prachtige locatie aan een bocht aan de fietsroute, bij het Tjeukemeer aan het Ludo van Hamelpad. Ooit hebben langs het Tjeukermeer meerdere elektrische gemaaltjes gestaan. De meesten zijn inmiddels verdwenen, maar dit elektrisch gemaaltje uit 1920 is door Plaatselijk Belang Oosterzee in 1992 gered van sloop. Het gemaaltje, met daarin de originele elektromotor is recentelijk gerestaureerd en voor het publiek nu permanent toegankelijk gemaakt. Het heeft ook een nieuwe bestemming gekregen als vogelkijkhut. Uit liefde voor erfgoed is een bijzonder object gered van de sloop en de vergetelheid. Dat inwoners gezamenlijk werken aan behoud van erfgoed is zeer te prijzen. Ook dit is een uiting van de Friese boukultuer.

12


Organisatie Bestuur Het AB bestond in 2018 uit 19 (stemgerechtigde) wethouders. Dat zijn er vier minder dan in 2017. De oorzaak hiervan is naast het opheffen van de gemeente Leeuwarderadeel (bij gemeente Leeuwarden gevoegd) en gemeente Littenseradiel (verdeeld over gemeenten Leeuwarden, SúdwestFryslân en Waadhoeke), ook de samenvoeging van gemeenten het Bildt, Franekeradeel en Menameradiel tot de gemeente Waadhoeke. Na de gemeenteraadsverkiezingen op 21 maart 2018 zijn in veel gemeenten nieuwe colleges van B&W van start gegaan. Van de 19 AB-leden per 31 december 2018 zijn 12 in de loop van 2018 nieuw aangetreden. Het DB bestaat uit vijf (stemgerechtigde) leden van het AB, aangevuld met twee (nietstemgerechtigde) leden die door de afdeling Fryslân van de Bond van Nederlandse Architecten zijn voorgedragen. Ook het DB is in 2018 nogal van samenstelling gewisseld. Wethouders Siebenga (Heerenveen) en Van der Leck (Smallingerland) zijn opgevolgd door wethouders Spoelstra (Achtkarspelen) en Zonderland (Weststellingwerf). Tevens is wethouder Dijkstra (Waadhoeke) in de najaarsvergadering van het AB op 30 november 2018 benoemd als DB-lid. Daarmee is voorzien in de vacature die ontstaat door het verlies van wethouderschap van Van der Ploeg (Dongeradeel) door de fusie per 1-1-2019 van de gemeenten Dongeradeel, Ferwerderadiel en Kollumerland c.a. tot de gemeente Noardeast-Fryslân. Secretaris van zowel het AB als DB is directeur Visser van hûs en hiem. Personeel Op 1 maart 2018 is als adviseur Stefan Stienstra op tijdelijke basis aangesteld voor 32 uur/week. Op 22 november 2018 kon adviseur Piet Klimstra na een dienstverband van ruim 43 jaar wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd de deur van hûs en hiem voor het laatst achter zich dichttrekken. In 2018 werd met 11 medewerkers 9,74 FTE bezet. Het ziekteverzuim bij hûs en hiem is in 2018 uitgekomen op 2,0%, terwijl dat landelijk in de sector ‘openbaar bestuur’ volgens het CBS (tm 3e kwartaal 2018) 5,0 % is geweest.

Productiecijfers 2018 In 2018 zijn in totaal 3.365 (eerste) adviesaanvragen behandeld. In 2017 zijn dit er 3.517 geweest. Daarmee is het aantal (eerste) adviesaanvragen ten opzicht van 2017 met 4,3% afgenomen. Omdat in veel gevallen na de (eerste) adviesaanvraag nog een vervolgaanvraag komt is het totaal aantal planbehandelingen een veelvoud van het aantal (eerste) adviesaanvragen. Het aantal planbehandelingen is amper afgenomen: 6.018 in 2018 ten opzichte van 6.112 in 2017, hetgeen een afname van 1,5% betekent. Er zijn dan ook in 2018 weer meer behandelingen per aanvraag nodig geweest: gemiddeld 1,79. Dat bedroeg in 2017 nog 1,74. In het eerste halfjaar van 2018 is een voortzetting geconstateerd van de opleving van de economie die ook al in 2017 merkbaar was. Echter, in het tweede halfjaar van 2018 zakte het aantal aanvragen wat in. Oorzaken zijn o.a. problemen in de bouw (tekort aan bouwmaterialen en personeel).

13


Hierdoor laten bijvoorbeeld ontwikkelaars projecten wat langer liggen. Het is echter geen afstel, slechts uitstel. In 2018 was van de eerste aanvragen 33,3% vooroverleg. Van het totaal aantal behandelingen in 2018 was 26,2% vooroverleg. Het voeren van vooroverleg alvorens over te gaan tot het aanvragen van een omgevingsvergunning blijkt inmiddels een veel gehanteerd instrument bij de aangesloten gemeenten. In totaal is uit welstands- en monumentenadvisering (inclusief deelname kwaliteitsteams) in 2018 een bedrag van € 1.058.577 geboekt.

In 2018 is de gemiddelde opbrengst per aanvraag uitgekomen op € 314,58. In 2017 was dit nog € 290,54. De toename is 8,3%. Grotendeels is dit te verklaren uit hogere bouwsommen per aanvraag: het aantal plannen met een bouwsom van méér dan € 100.000 is in 2018 ten opzichte van 2017 gestegen van 30,4% naar 32,2%.

14


Opbrengsten reguliere advisering per gemeente

Achtkarspelen Ameland Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel De Fryske Marren Harlingen Heerenveen Kollumerland c.a. Leeuwarden Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Smallingerland Súdwest-Fryslân Terschelling Vlieland Waadhoeke Weststellingwerf

2015 € 29.829 € 19.194 € 21.537 € 41.104 € 16.061 € 43.320 € 26.015 € 33.137 € 18.370 € 143.317 € 27.160 € 28.806 € 9.209 € 52.462 € 114.193 € 16.901 € 10.721

2016 € 35.782 € 25.500 € 16.917 € 45.933 € 10.303 € 43.441 € 25.480 € 27.983 € 24.179 € 171.729 € 34.822 € 49.457 € 8.691 € 58.302 € 112.738 € 19.137 € 6.769

2017 € 35.139 € 29.033 € 9.412 € 51.320 € 16.978 € 50.388 € 30.630 € 39.387 € 28.009 € 197.920 € 33.776 € 64.302 € 7.520 € 61.469 € 161.928 € 19.628 € 8.340

€ 38.408

€ 28.836

€ 40.731

15

2018 € 45.018 € 31.940 € 7.197 € 57.435 € 26.668 € 53.350 € 34.638 € 41.304 € 33.309 € 203.262 € 37.891 € 54.340 € 8.602 € 71.145 € 170.370 € 18.676 € 7.462 € 92.706 € 63.264


16


17


ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN Inmiddels is bekend geworden dat voor gebouwen met een kantoorfunctie, zoals dat van hûs en hiem, per 2023 een wettelijke verplichting gaat gelden voor een energielabel C. Daarzonder mag het gebouw niet meer als kantoor gebruikt worden. Het pand van hûs en hiem werd gebouwd rond 1905. Het moge duidelijk zijn dat esthetiek en functie in die tijd belangrijker waren dan energieverbruik. Bij het in gebruik nemen als kantoorpand door hûs en hiem, ruim 20 jaar geleden, was inmiddels wel dubbelglas aangebracht. Verdere energiebesparende maatregelen waren toen echter nog niet getroffen. Concreet houdt een en ander in dat op weg naar energielabel C in 2023, er grote stappen gezet dienen te worden. Aan een verdere uitwerking daarvan wordt gewerkt. Dit raakt ook de in 2018 geplande instelling van een ‘Bestemmingsreserve groot onderhoud’. Immers, er kan gedacht worden aan de vervanging van het aanwezige dubbelglas door veel beter isolerend HR++ glas, en/of het aanbrengen van dakisolatie. In afwachting van een verdere uitwerking van de plannen om te komen tot energielabel C wordt de instelling van een ‘Bestemmingsreserve groot onderhoud’ even aangehouden.

FINANCIERING Inzake de realisatie van beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille (art. 13 BBV), kan worden opgemerkt dat het ‘Treasurystatuut Hûs en Hiem’ dd 24-11-2006 van toepassing is. Hûs en hiem is tevens onderworpen aan de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO) en de regeling (verplicht) Schatkistbankieren.

BEDRIJFSVOERING Hûs en hiem voert welstands- en monumentenadvisering uit voor de deelnemende gemeenten. Ook biedt hûs en hiem diensten aan de deelnemende gemeenten aan voor Nije Pleats, neemt deel aan kwaliteitsteams en biedt ondersteuning op het gebied van (gemeentelijke) monumentenzorg en de actualisering van welstandsnota’s. Daarnaast verricht hûs en hiem incidenteel opdrachten voor derden in het kader van second opinions en als secretariaat van architectuurprijsvragen. De dienstverlening wordt afgestemd op de adviesbehoefte van de deelnemende gemeenten. De tarifering voor de dienstverlening is gebaseerd op een kostendekkende exploitatie, immers, hûs en hiem is een non-profit organisatie. Om verantwoording af te leggen aan de deelnemende gemeenten inzake het functioneren van de lokale commissies worden jaarverslagen gemaakt. Tevens vinden jaarlijkse evaluatiegesprekken plaats met de verantwoordelijke gemeentelijke portefeuillehouders. Sinds 2013 is ingevoerd dat gemeenteraadsleden en commissieleden regelmatig samen (op de fiets) de resultaten van het gemeentelijk beleid aanschouwen en daarover met elkaar van gedachten wisselen. Het aantal fte’s per 31 december 2018 bedraagt 8,96. Voor de bezetting van de commissies beschikt hûs en hiem over een poule van circa 25 externe deskundigen.

18


WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING Hierbij gaat het om het vermogen om substantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat beleid moet worden aangepast. Het gaat dus om de robuustheid van de begroting. Het vermogen om het beleid door te kunnen zetten is afhankelijk van de weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit omvat de middelen en mogelijkheden van de organisatie om niet-begrote kosten te dekken. De weerstandscapaciteit van hûs en hiem bestaat naast het eigen vermogen uit het begrote positieve resultaat uit de bedrijfsvoering. Tevens is het bezit van het kantoorpand (Johan Willem Frisostraat 1 in Leeuwarden) als stil vermogen een belangrijke onderdeel van de weerstands-capaciteit. Het pand is onbelast met hypotheek. De WOZ-waarde is per 1-1-2018 vastgesteld op € 388.000. De waarde voor de opstalverzekering (op basis van herbouwwaarde) is gesteld op € 920.000. Het eigen vermogen (exclusief de waarde van het pand) per 31-12-2018 bedraagt € 366.942. Hierin begrepen is de ‘Bestemmingsreserve herinrichting pand’ van € 45.000. De weerstandscapaciteit is bij hûs en hiem dynamisch, dat wil zeggen dat het eigen vermogen beïnvloedbaar is. Immers, ook de tarifering voor de dienstverlening kan bij een dreigend tekort in de dekking van de vaste lasten redelijk snel aangepast worden. De bedrijfsvoering is er echter op gericht om een verhoging van de tarieven zoveel mogelijk te voorkomen. De meerjarenraming (2021 – 2023) is gebaseerd op een stabiel aantal adviesaanvragen. In 2018 heeft een economisch herstel in Nederland zich voortgezet. Inmiddels is de invoering van de Omgevingswet opgeschoven naar 2021. Daarna is nog een ruime overgangsperiode van kracht. Overigens, het aantal adviesaanvragen voor hûs en hiem kan negatief beïnvloed worden door wijziging van het welstandregime in diverse gemeenten. Algemene reserve In 2018 heeft het Algemeen Bestuur besloten dat, gelet op de risico’s die zijn verbonden aan de aard van de werkzaamheden, gestreefd met worden naar een algemene reserve van hûs en hiem van € 900.000. In dit bedrag ligt besloten de waarde van het pand (stille reserve). Aanwezige stille reserve De waarde van het pand, Johan Willem Frisostraat 1 te Leeuwarden, is door de gemeente Leeuwarden voor de WOZ vastgesteld per 1-1-2018 op € 388.000. Het pand is onbelast met hypotheek. Financiële kengetallen 1. Netto schuldquote. Aangezien hûs en hiem per 31 december 2018 geen uitzettingen heeft als bedoeld in BBV, artikel 36 art d, e en f, is de netto schuldquote nul. 2. Solvabiliteitsratio Het solvabiliteitspercentage per 31 december 2018 valt te berekenen op 407%, waar dat per 31 december 2017 nog 444% was. 3. Structurele exploitatieruimte De structurele exploitatieruimte valt te berekenen op 100%. 4. Kengetallen grondexploitatie en belastingcapaciteit zijn bij hûs en hiem niet van toepassing.

19


20


VERBONDEN PARTIJEN In de Gemeenschappelijke Regeling hûs en hiem hebben in 2018 alle gemeenten in Fryslân met uitzondering van Tytsjerksteradiel deelgenomen. Conform artikel 34 lid 1 van de GR hûs en hiem draagt elke deelnemende gemeente in de kosten van het lichaam bij naar rato van de dienstverlening op basis van tarieven die door het Algemeen Bestuur worden vastgesteld en meegedeeld aan de gemeenten. Conform artikel 34 lid 2 van de GR hûs en hiem kan een nadelig saldo van de vastgestelde rekening, na in achtneming van het door het Algemeen Bestuur vastgestelde reserveringsbeleid, door de gemeenten worden gedragen in verhouding tot het aantal ingezetenen op 1 januari van het betreffende kalenderjaar. Conform artikel 34 lid 3 van de GR hûs en hiem kan een batig saldo van de vastgestelde rekening, na in achtneming van het door het Algemeen Bestuur vastgestelde reserveringsbeleid, naar rato van de gemeentelijke bijdragen op basis van de tarieven in het betreffende kalenderjaar, aan de deelnemende gemeenten worden uitbetaald.

21


JAARREKENING 2018 GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING hĂťs en hiem Balans

31.12.2018

31.12.2017

Activa vaste activa materiĂŤle vaste activa Investeringen met een economisch nut vlottende activa Vorderingen op openbare lichamen Depot PostNL Overige vorderingen

14.024

66.308 290 2.665

Liquide middelen

18.269

135.805 290 27.041 69.263 406.484

163.136 234.209

489.771

415.614

Passiva vaste passiva eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve herinrichting pand Gerealiseerd resultaat

321.942 45.000 2.411

165.742 0 156.200 369.353

vlottende passiva Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan openbare lichamen Overige schulden Overlopende passiva

0 6.858 38.655 74.905

Totaal

22

321.942

0 9.383 7.251 77.038 120.418

93.672

489.771

415.614


Overzicht van baten en lasten

Rekening 2018

Begroting 2018

Rekening 2017

Adviesgeld projecten (NP, ABP) Buitengewone baten/rente

1.074.936 46.069 709

875.000 45.000 0

1.021.815 59.225 0

totaal baten

1.121.714

920.000

1.081.040

4.575 867.712 0 19.726 33.768 0 49.682 24.041 31.630 32.626 10.133 410

5.000 660.000 70.000 15.000 25.000 0 19.000 26.000 35.000 30.000 25.000 10.000

3.416 698.325 75.049 13.934 25.429 -20.369 25.402 22.985 32.678 32.455 15.047 489

1.074.303

920.000

924.840

Baten

Lasten Kapitaallasten Directe personeelskosten vast Directe personeelskosten flexibel Indirecte personeelskosten Externe personeelskosten Reservering vakantiegeld 2016 Huisvesting Kantoorkosten Organisatiekosten Inkoop projecten (NP, ABP) Aanloopkosten Omgevingswet Diverse lasten (rente, Vpb) totaal lasten

resultaat voor bestemming naar bestemmingsreserve resultaat na bestemming

47.411 45.000

156.200 0

2.411

156.200

23


GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarop uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden en overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken. Balans Vaste Activa Materiële vaste activa met economisch nut Overige investeringen met economisch nut Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: Gronden en terreinen n.v.t. Bedrijfsgebouwen 15 Overige materiële vaste activa 5-10 Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid kan een voorziening in mindering gebracht worden. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen en overlopende posten Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichtingen c.q. het voorzienbare verlies. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud aan (en deels van) de kapitaalgoederen, waarin rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die ter zake geformuleerd zijn. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid terzake nader uiteengezet. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.

24


TOELICHTING OP DE BALANS Materiële vaste activa

Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met economisch nut weer: 2018 2017 Boekwaarde per 1 januari € 18.269 € 8.524 Investering 330 13.161 Afschrijvingen 4.575 3.416 Desinvesteringen 0 0 Boekwaarde 31 december

14.024

18.269

Vlottende activa

Liquide middelen Het saldo van de rekening-courant bij de BNG Bank op 31 december bedraagt € 165.612. Het saldo van de schatkistbankierenrekening bedraagt op 31 december € 240.872. De kredietfaciliteit die hûs en hiem bij de BNG Bank geniet, betreft een bedrag van € 500.000. Schatkistbankieren Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren. Begroting verslagjaar € 920.000 Drempelbedrag 0,75% van begrotingsbedrag € 6.900 Minimaal drempelbedrag € 250.000 Kwartaal 1 Kwartaalcijfers op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden Ruimte onder het drempelbedrag

€ €

Kwartaal 2

338.816 -88.816

Kwartaal 3

€ 270.272 € -20.272

€ 215.668 € 34.332

Kwartaal 4 € 192.620 € 57.380

Vaste passiva

Verloop eigen vermogen saldo per 1 januari resultaat voorgaand jaar saldo per 31 december

2018 € 165.742 - 156.200 € 321.942

2017 € 183.764 - 18.022€ 165.742

2018 € 156.200 - 47.411 - 156.20045.000 € 2.411

2017 € 18.022- 156.200 - 18.022 € 156.200

2018 45.000 45.000

2017 -

Gerealiseerd resultaat

saldo per 1 januari resultaat huidig jaar resultaat voorgaand jaar naar bestemmingsreserve saldo per 31 december Bestemmingsreserve

saldo per 1 januari bestemming resultaat saldo per 31 december

€ €

€ €

Reservering Voor het moderniseren van het interieur van het pand van hûs en hiem, alsmede voor het uitvoeren van noodzakelijk binnenschilderwerk, is een bestemmingsreserve gecreëerd ten bedrage van € 45.000. Dit bedrag komt volledig, met instemming van het Algemeen Bestuur, ten laste van het resultaat over 2018. 25


TOELICHTING OP HET OVERZICHT VAN BATEN EN LASTEN

Adviesgelden en overige inkomsten Aan inkomsten uit reguliere advisering en uit diverse adviesactiviteiten (q-teams, second opinions, e.d.) is in 2018 een bedrag van € 1.074.936 geboekt (hierin begrepen is een bedrag van € 124.929 uit vooroverlegadvisering). In 2018 zijn aan (eerste) welstandsadviesaanvragen 3.110 behandeld en aan (eerste) monumentenadviesaanvragen 255. Dit is ten opzichte van 2017 een daling van 4% bij de welstandsadviesaanvragen en een daling van 7,6% bij de monumentenadviesaanvragen. Het totaal aantal behandelingen heeft voor welstand 5.616 bedragen en voor monumenten 402. Voor welstand is in 2018 het gemiddeld aantal behandelingen per aanvraag 1,81 geweest en voor monumenten 1,58. Daarmee is het gemiddeld aantal behandelingen per aanvraag in 2018 voor welstand gestegen ten opzichte van 2017, toen voor welstand 1,75 behandelingen per aanvraag plaats hebben gevonden. Voor monumenten was in 2018 het aantal behandelingen 1,58 per dossier, en kleine stijging ten opzichte van 2017 (1,54). In 2018 zijn verkopen voor een bedrag van € 14.200 geboekt uit deelname aan de Nije Pleats (zes sessies). In 2018 is de Abe Bonnema Prijs voor Jonge Architecten uitgereikt en heeft de Abe Bonnema Experience in de Achmeatoren plaatsgevonden. De organisatie hiervan lag deels bij hûs en hiem. Aan verkopen hieruit kon in 2018 een bedrag ad € 31.870 worden geboekt. Voor enkele ‘second opinions’ is in 2018 aan verkopen een bedrag ad € 2.754 geboekt. Personeelslasten Ingaande 1 mei 2017 geldt een nieuwe cao voor gemeenteambtenaren met een looptijd tot 1 januari 2019. De financiële paragraaf heeft onder meer in een salarisverhoging voorzien van 1% per 1 augustus 2017 en 1,5% per 1 januari 2018. Daarnaast is het IKB verhoogd met 0,5% per 1 december 2017 en 0,25% per 1 juli 2018. Op 1-3-2018 is een nieuwe adviseur aangesteld (in de flexibele schil) en eind november 2018 is een adviseur (met vaste aanstelling) met pensioen gegaan. Daarnaast heeft een adviseur in de flexibele schil per 1 oktober 2018 een vaste aanstelling gekregen. Het aantal FTE´s bedraagt in 2018 gemiddeld in totaal 9,74. Hiervan betreft 8,05 (82,7%) een vaste en 1,69 (17,3%) een tijdelijke aanstelling. De post Netto salarissen is in 2018 hoger geweest dan in 2017. De cijfers van 2017 zijn echter geflatteerd. Immers, een groot deel van het vakantiegeld in 2017 was al uitbetaald in 2016, in verband met de invoering van het IKB per 1-1-2017. Ook is een post ‘Flexkracht’ in 2017 door een aanstelling in 2018 onderdeel van de reguliere salarislast geworden. Samen met de caoloonsverhoging (1,5% per 1-1-2018) valt de netto salarislast in 2018 (€ 437.393) derhalve fors hoger uit ten opzichte van 2017 (€ 375.422). Hetzelfde effect doet zich voor bij de post Loonheffing. In 2018 is er dan ook € 286.955 afgedragen aan de Belastingdienst. Over 2017 bedroeg dat € 223.752. En omdat in 2018 ook de werkgeversbijdrage in het ABP-pensioen ten opzichte van 2017 met 8,5% is gestegen, is de post Pensioen in 2018 met € 143.364 eveneens fors hoger dan in 2017 (€ 119.167). De totale salarislast in 2018 is uitgekomen op € 867.712. En dat is hoger dan in 2017 (€ 753.005). De post Indirecte personeelskosten is in 2018 uitgekomen op € 19.726, hetgeen hoger is dan in 2017 (€ 13.934). Dit wordt o.m. veroorzaakt door hogere kosten voor scholing/cursussen en kosten inzake het afscheid door pensionering na een dienstverband van ruim 43 jaar van Piet Klimstra.

26


De post Externe personeelskosten (presentievergoeding commissieleden, exclusief kosten flexkracht) is in 2018 uitgekomen op € 33.768. Dit is hoger dan in 2017 ( € 25.429), mede door de aanpassing van de vergoeding voor het commissielidmaatschap.

Directe personeelskosten Flexibel Indirecte personeelskosten Externe personeelskosten

Totaal

Rekening 2018

Begroting 2018

Rekening 2017

716.978 150.734 19.726 33.768

660.000 70.000 15.000 25.000

677.956 75.049 13.934 25.429

921.206

770.000

792.358

Wet WNT (Wet normering topinkomens) Het normenkader rondom de ‘Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Publieke en Semipublieke Sector (hierna: WNT) is bekrachtigd in het Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000106049 en de Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 februari 2014, nr. 2014-0000 104920. De WNT is per 1 januari 2013 in werking getreden. Beloningen van bestuurders en overige topfunctionarissen in de (semi)publieke sector dienen wettelijk genormeerd, respectievelijk gemaximeerd te worden. Dit heeft geresulteerd in de wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Hiermee wordt WOPT ingetrokken. De WNT voorziet in een democratisch gelegitimeerd instrument waarmee normen en verplichtingen kunnen worden opgelegd voor de bezoldiging van bestuurders en andere topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector. De gemeenschappelijke regeling is verplicht om jaarlijks in de jaarrekening de bezoldiging van iedere topfunctionaris en gewezen topfunctionaris op persoonsnaam op te nemen voor zover deze een drempelbedrag van € 1.700 overschrijden, ongeacht een eventuele overschrijding van het bezoldigingsmaximum. Ten aanzien van interim-functionarissen die geen topfunctie vervullen hebben wij gebruik gemaakt van de mogelijkheid die paragraaf 6 van de Beleidsregels toepassing WNT biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze functionarissen. Op basis van de Beleidsregels toepassing WNT (inclusief de wijziging van paragraaf 6 volgens besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 maart 2014, nr. 2014-0000142706 kán en hoeven wij niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim-functionarissen zoals voorgeschreven in artikel 4.2 lid 2c van de WNT (inclusief verwerking Aanpassingswet WNT). Voor 2018 geldt als maximumbedrag € 189.000,- inclusief belaste onkostenvergoedingen en pensioenbijdrage.

27


In 2018 hebben geen bezoldigingen boven deze bezoldigingsnorm plaatsgevonden. Zowel bij vast als bij tijdelijk personeel. Aandachtspunt De WNT geeft aan dat de gemeenschappelijke regeling verplicht is om jaarlijks in het financieel jaarverslag de bezoldiging van iedere topfunctionaris en gewezen topfunctionaris op persoonsnaam op te nemen voor zover deze een drempelbedrag van € 1.700 overschrijden, ongeacht een eventuele overschrijding van het bezoldigingsmaximum. Dit houdt in dat de directeur mét financiële gegevens en de leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling hûs en hiem zónder financiële gegevens opgenomen moeten worden in de jaarrekening. In 2018 betreft dit alsdan de volgende personen:

Functiegegevens van - tot deeltijdfactor gewezen topfunctionaris? dienstbetrekking?

Marc A. Visser directeur/secretaris 1-1-2018 / 31-12-2018 1,0 FTE Nee Ja

Bezoldiging Beloning plus belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum Totale bezoldiging

€ 78.888 € 15.117 € 189.000 € 94.005

Gegevens 2017 van - tot deeltijdfactor Beloning plus belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn Totale bezoldiging

1-1-2017 / 31-12-2017 1,0 FTE € 77.084 € 14.074 € 91.158

Aan de hieronder vermelde functionarissen zijn in 2018 (evenals in 2017) geen vergoedingen betaald. Leden van het DB:  H. Deinum, A. van der Ploeg, R. van der Leck, G. Wielinga, S. Siebenga, J. Spoelstra, H. Zonderland, L. Oudenaarde, K. Kat Leden van het AB:  K. Antuma, J. Spoelstra, P. IJnsen, Th. Faber, R. Bos, G. Wiersma, A. van der Ploeg, J.J. Hijma, J. van der Pal, F. Veltman, H. Kuiken, M. le Roy, J. van Veen, S. Siebenga, J. Benedictus, H. Deinum, F. Hijlkema, S. de Boer, A. Postma, E.E. Gerbrands, G. Heeringa, E. ter Keurs, R. van der Leck, G.Wielinga, S. Haringa, E.J. van Leunen, R. Hoekstra, J. Dijkstra, C. Trompetter, H. Zonderland

28


Huisvesting/Apparaatskosten Huisvesting: In 2018 is een niet begrote post van € 25.000 geboekt op overige huisvestingskosten. Dit betreft een bevoorschotting op diverse kosten voor de upgrading van het interieur van het pand van hûs en hiem. Een en ander heeft met instemming van het DB plaatsgevonden. Tevens is een aantal nota’s met een totaal van € 7.350 geboekt van de interieurarchitect. Onder andere hierdoor is de totale uitgave in 2018 aan Huisvestingskosten op € 49.683 uitgekomen, waar € 19.000 was begroot. Kantoorkosten: De post Kantoorkosten was in 2018 met € 24.040 in totaal ca. € 2.000 lager dan begroot (€ 26.000) en was een fractie hoger dan in 2017 (€ 22.984). Organisatiekosten: De post Organisatiekosten was in 2018 met € 31.630 zo’n € 3.500 lager dan begroot (€ 35.000) en een fractie lager dan in 2017 (€ 32.678).

Diverse lasten Inkoop Nije Pleats Aan inkoopkosten voor Nije Pleats is in 2018 een bedrag ad € 14.088 geboekt. Deze post bestaat uit kosten van externe projectmedewerkers. Omdat er aan verkopen een bedrag ad € 14.200 tegenover staat, is er een positief saldo van € 112. Hierbij dient vermeld te worden dat er € 2.500 aan opbrengst in 2019 is terecht gekomen, omdat het eindadvies pas in januari 2019 is verzonden. Inkoop Abe Bonnema Prijs In 2018 is de Abe Bonnema Prijs voor Jonge Architecten uitgereikt. De totale kosten in 2018 hebben € 18.538 bedragen. Hier staan € 31.870 aan inkomsten (voornamelijk doorbelaste uren) tegenover, zodat er een positief saldo is van € 13.332. Tenslotte zijn in 2018 kosten geboekt op de rekening Aanloopkosten Omgevingswet: € 10.133. Dit betreft voornamelijk de kosten van een documentaire filmproductie voor hûs en hiem.

29


De opstelling van de Huisvesting/Apparaatskosten: Rekening 2018 Huisvesting Voorziening groot onderhoud 0 Onderhoudskosten gebouw 2.269 Onderhoudskosten tuin 751 Schoonmaakkosten 8.531 Gas en elektrisch 4.425 Water 75 Huisvuilkosten 279 Overige huisvestingskosten 33.353 Kantoorkosten Kantoorartikelen 1.694 Kantine 607 Drukwerk 0 Kosten kopieermachine 226 Kosten website 706 Kosten automatisering 20.676 Overige kantoorkosten 132 Organisatiekosten Verzekeringen 3.701 Contributies 11.285 Abonnementen/boeken 727 Porti 1.312 Telefonie 2.002 Belastingen divers 3.379 Accountantskosten 6.850 Kosten voorlichting 0 Kosten DIROV 949 Diverse organisatiekosten 1.425 Totaal

105.354

Begroting 2018

Rekening 2017

1.000 2.500 500 8.500 4.650 100 250 1.500

6.000 3.701 915 8.345 4.890 78 262 1.211

1.500 500 2.000 0 1.000 20.000 1.000

696 424 2.000 79 545 18.822 419

3.000 9.500 500 2.000 2.500 3.000 6.500 0 1.000 7.000

3.060 9.627 173 1.454 2.402 3.273 6.650 147 1.350 4.542

80.000

81.065

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur als bedoeld in art. 33 van de Gemeenschappelijke Regeling ‘hûs en hiem’. d.d. 28 juni 2019

G. Wielinga, voorzitter

M.A. Visser, secretaris

30


Staat van activa rekening hûs en hiem miv 2018 (lineaire afschrijving)

2018 jaar

omschrijving

grootboekrek looptijd

aanschaf

resterende

percentage investering

boekwaarde

afschrijving

jaren

afschrijving

begin boekjaar boekjaar

boekwaarde einde boekjaar

boekwaarde

2015 2015 2016 2016 2016 2008 2008 2018 2017 2017 2017 2003 2017

SONY LED-TV Wifi-installatie Huawei P8 (2x) VOP Telecom Huawei P8 (2x) Coolblue Huawei P8 (1x) Coolblue Inventaris (vloerbedekking) Inventaris (kasten adm) Inventaris (stoel adm) Bremer cv ketel Remeha HP printer administratie Ergonomiespecialist (kruk) Huisvesting Huisvesting (markiezen)

0008 0003 0004 0004 0004 0002 0002 0002 0001 0003 0002 0001 0001

5 5 3 3 3 10 10 5 10 5 5 15 10

3 3 2 2 2 1 1 5 10 5 5 1 10

20,00% € 2.346,28 20,00% € 1.590,00 33,33% € 451,42 33,33% € 477,69 33,33% € 238,84 10,00% € 15.395,04 10,00% € 1.906,67 20,00% € 330,00 10,00% € 3.750,00 20,00% € 428,10 20,00% € 719,00 7,70% € 3.403,40 10,00% € 8.263,46 € 25.932,21

31

€ 1.407,76 € 469,26 € 954,00 € 318,00 € 300,96 € 150,48 € 318,46 € 159,23 € 159,22 € 79,62 € 1.539,50 € 1.539,50 € 190,66 € 190,66 € 0,00 € 0,00 € 3.750,00 € 375,00 € 428,10 € 85,62 € 719,00 € 143,80 € 237,70 € 237,70 € 8.263,46 € 826,35

€ 938,50 € 636,00 € 150,48 € 159,23 € 79,60 € 0,00 € 0,00 € 330,00 € 3.375,00 € 342,48 € 575,20 € 0,00 € 7.437,11

€ 18.268,82 € 4.575,22 € 14.023,60


32


33


34


35


BIJLAGE 1. SAMENSTELLING VAN HET BESTUUR EN BUREAU DAGELIJKS BESTUUR. Leden:

H. Deinum, voorzitter A. van der Ploeg, penningmeester en vicevoorzitter R. van der Leck (tot 15-3-2018) G. Wielinga S. Siebenga (tot 15-3-2018) J. Spoelstra (vanaf 30-11-2018) H. Zonderland (vanaf 30-11-2018) L. Oudenaarde K. Kat M.A. Visser, directeur/ secretaris

ALGEMEEN BESTUUR. Ingevolge artikel 8 van de Gemeenschappelijke Regeling zijn door de deelnemende gemeentebesturen de volgende leden en plaatsvervangende leden bestuurders aangewezen als lid van het Algemeen Bestuur Gemeente

Lid

Plaatsvervangend lid

Achtkarspelen

K. Antuma (tot 29-6-2018)

Achtkarspelen

J. Spoelstra (vanaf 29-6-2018)

Ameland

P. IJnsen (tot 29-6-2018)

Ameland

Th. Faber (vanaf 29-6-2018)

Dantumadiel

R. Bos (tot 29-6-2018)

Dantumadiel

G. Wiersma (vanaf 29-6-2018)

Vacature

Dongeradeel

A. van der Ploeg

M.C.M. Waanders

Ferwerderadiel

J.J. Hijma

W. van den Berg

De Fryske Marren

J. van der Pal

Vacature

Harlingen

M. le Roy (tot 29-6-2018)

Harlingen

H. Kuiken (vanaf 29-6-2018)

Heerenveen

S. Siebenga (tot 15-3-2018)

Heerenveen

J. van Veen (vanaf 29-6-2018)

Vacature

Kollumerland c.a.

J. Benedictus

B. Bilker

Leeuwarden

H. Deinum

Vacature

Ooststellingwerf

S. de Boer (tot 29-6-2018)

Ooststellingwerf

F. Hijlkema (vanaf 29-6-2018)

J. Jongsma

Opsterland

A. Postma

E. van Selm

Schiermonnikoog

G. Heeringa (tot 29-6-2018)

Schiermonnikoog

E.E. Gerbrands (vanaf 29-6-2018)

Smallingerland

R. van der Leck (tot 15-3-2018)

Smallingerland

E. ter Keurs (vanaf 29-6-2018)

Vacature

Súdwest-Fryslân

G. Wielinga

Vacature

Terschelling

E.J. van Leunen (tot 29-6-2018)

Terschelling

S. Haringa (vanaf 29-6-2018)

J. Hoekstra-Sikkema

Vlieland

R. Hoekstra

H. Visser

Waadhoeke

J. Dijkstra (vanaf 29-6-2018)

N. Haarsma

Weststellingwerf

C. Trompetter (tot 29-6-2018)

Weststellingwerf

H. Zonderland (vanaf 29-96-2018)

Vacature

Vacature

Vacature

36

Vacature

J. Jongebloed


BUREAU.

1. G. Boschloo, adviseur ruimtelijke kwaliteit 2. A. R. J. Bremer, adviseur ruimtelijke kwaliteit 3. M. Eskens, adviseur ruimtelijke kwaliteit 4. M. Helder, administratie 5. P. Klimstra, adviseur ruimtelijke kwaliteit (tot 23-11-2018) 6. G.J. Timmer, monumentenadviseur 7. A. van Sloten, administratie 8. S. Stienstra, adviseur ruimtelijke kwaliteit (vanaf 1-3-2018) 9. M.A. Visser, directeur 10. Joh. de Vries, adviseur ruimtelijke kwaliteit 11. F.F. van der Werff, hoofd administratie 12. J. van Zellingen, adviseur ruimtelijke kwaliteit

37


BIJLAGE 2 SAMENSTELLING COMMISSIES

ADVISERENDE LEDEN: ARCHITECTEN. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

J. Bosma K. Couwenberg S. van der Wal E. Wijffels J.P. Nicolai M. ter Veen A. Zeinstra

Leeuwarden Engwierum Burum Langezwaag Groningen Groningen Amsterdam

(reserve) (reserve) (reserve)

Hieslum Stiens Wijnaldum Wildervank

(reserve) (reserve)

Leeuwarden Oudehorne Haren Haarlem

(reserve) (reserve)

Franeker Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Burdaard

(reserve) (reserve)

Bolsward Beetsterzwaag Balk Krommenie Leeuwarden

(reserve) (reserve) (reserve)

Groningen Blesdijke Groningen

(reserve)

ADVISERENDE LEDEN: STEDENBOUWKUNDIGEN. 1. 2. 3. 4.

S. van Assen W. van der Schaaf J. Kalfsbeek J. Schuurman

ADVISERENDE LEDEN: LANDSCHAPSKUNDE. 1. 2. 2. 3.

J. Plantenga C. Snoep A. Garrelts P. de Ruyter

ADVISERENDE LEDEN: BURGERS C.S. 1. 2. 3. 4. 5.

S. Kromkamp M. Schroor T. Huisink D. Huitema H. Talsma

ADVISERENDE LEDEN: MONUMENTENARCHITECTEN. 1. 2. 3. 4. 5.

M. Berenschot J.G. Brouwer W. Bouma C. Hooyschuur C. Versloot

ADVISERENDE LEDEN: ARCHITECTUURHISTORICI. 1. C. The 2. R. de Vries 3. M. Martin

38


Overzichten productiecijfers per gemeente

Productiecijfers 2018: opbrengst per gemeente/derden

gemeente

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19

Achtkarspelen Ameland Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel De Fryske Marren Harlingen Heerenveen Kollumerland c.a. Leeuwarden Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Smallingerland Súdwest-Fryslân Terschelling Vlieland Waadhoeke Weststellingwerf

opbrengst adviesaanvragen

opbrengst opbrengst Nije Pleats divers

totaal opbrengst

€ 45.018 € 31.940 € 7.197 € 57.435 € 26.668 € 53.350 € 34.638 € 41.304 € 33.309 € 203.262 € 37.891 € 54.340 € 8.602 € 71.145 € 170.370 € 18.676 € 7.462 € 92.706 € 63.264

€0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 € 2.200 €0 €0 € 4.400 € 5.000 €0 € 2.600 €0

€0 €0 €0 € 255 €0 €0 €0 € 816 €0 € 5.967 €0 €0 €0 €0 €0 €0 € 408 €0 €0

€ 45.018 € 31.940 € 7.197 € 57.690 € 26.668 € 53.350 € 34.638 € 42.120 € 33.309 € 209.229 € 37.891 € 56.540 € 8.602 € 71.145 € 174.770 € 23.676 € 7.870 € 95.306 € 63.264

€ 1.058.577

€ 14.200

€ 7.446

€ 1.080.223

provincie Fryslân/FUMO diverse (second opinions, Abe Bonnema Prijs e.d.)

€ 6.159 € 34.624 € 1.121.006

39


Productiecijfers 2018: naar aard (eerste) adviezen in %

gemeente 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19

voldoet

voldoet mits voldoet niet

aanhouden

vooroverleg

Achtkarspelen Ameland Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel De Fryske Marren Harlingen Heerenveen Kollumerland c.a. Leeuwarden Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Smallingerland Súdwest-Fryslân Terschelling Vlieland Waadhoeke Weststellingwerf

30,8 29,5 34,6 34,7 30,9 22,0 26,4 33,6 30,0 36,8 24,3 32,7 33,3 34,2 26,2 29,6 23,1 31,1 41,1

15,8 13,3 11,5 16,7 12,7 14,2 22,5 18,3 21,3 22,0 6,3 12,4 10,4 10,8 26,6 18,3 7,7 17,7 12,9

13,7 8,6 7,7 13,2 14,9 17,0 17,8 10,7 13,7 18,3 7,6 5,1 16,7 11,7 14,7 19,7 11,5 18,1 8,6

1,4 1,9 3,9 1,2 0,0 0,7 6,2 5,3 1,2 3,5 1,4 2,3 0,0 4,2 3,0 5,6 7,7 4,4 0,6

38,3 46,7 42,3 34,2 41,5 46,1 27,1 32,1 33,8 19,4 60,4 47,5 39,6 39,1 29,5 26,8 50,0 28,7 36,8

totaal hûs en hiem

31,6

17,9

14,2

3,0

33,3

40


Productiecijfers 2018: naar categorieën bouwsommen in % < 5000 ≤5.000 gemeente Totaal aantal % 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19

50005.001- 25000 25000 25.001- 100000 100000 100.001- 250000 >250000 ≥250.001 25.000 100.000 250.000

aantal

% aantal

%

aantal

%

aantal %

Achtkarspelen Ameland Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel de Fryske Marren Harlingen Heerenveen Kollumerland c.a. Leeuwarden Ooststellingwerf Opsterland Schiermonnikoog Smallingerland Súdwest-Fryslân Terschelling Vlieland Waadhoeke Weststellingwerf

17,9 28,0 5,6 20,2 15,4 11,1 21,8 21,2 13,6 31,7 21,6 24,1 40,6 29,9 18,9 24,2 53,0 17,0 15,9

22,6 22,7 16,7 25,8 24,4 23,2 21,8 33,0 13,6 22,3 17,6 22,7 18,8 28,3 23,5 31,0 17,6 23,6 18,9

27,4 26,7 44,4 17,7 25,6 24,1 28,7 18,1 28,8 15,3 34,3 19,1 28,1 14,1 25,1 20,7 5,9 21,8 26,5

17,9 8,0 22,2 21,0 24,4 18,5 15,0 16,0 22,7 17,1 16,7 20,6 9,4 16,8 17,3 15,5 5,9 17,5 25,0

14,2 14,6 11,1 15,3 10,2 23,1 12,7 11,7 21,3 13,6 9,8 13,5 3,1 10,9 15,2 8,6 17,6 20,1 13,7

100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00 100,00

totaal hûs en hiem

22,7

23,3

21,8

17,8

14,4

100,00

41


Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) ‘van bovenaf’ en ‘van onderop’. Het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) is een belangrijk onderdeel van het implementatieprogramma ‘Aan de slag met de Omgevingswet’. Het beheer van het DSO is inmiddels op een drietal niveaus geborgd: - het strategisch beheer berust bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), - het tactisch beheer berust bij het Kadaster, - het operationeel beheer berust bij de ontwikkelpartners Geonovum, Rijkswaterstaat en ook het Kadaster. Het immense automatiseringstraject is van cruciaal belang voor de invoering van de Omgevingswet. Maar niet alleen dient ‘van bovenaf’ dit werk naar behoren te worden uitgevoerd. Ook lagere overheden moeten aan de bak. Een drietal punten mag uw aandacht hebben: - het omzetten van omgevingsdocumenten naar de nieuwe publicatiestandaard, - het vertalen van lokale juridische regels naar toegankelijke en toepasbare regels, - het kunnen koppelen van eigen software aan het DSO. Voor alle duidelijkheid: het is aan de bevoegde gezagen zelf om vorm te geven aan hun werkwijze en bestuurscultuur (bron: Bestuursakkoord implementatie Omgevingswet). Het ‘van onderop’ opbouwen is dan ook een kernonderdeel voor uiteindelijke vormgeving van de invoering van de Omgevingswet. Overigens, de geplande invoering van de Omgevingswet per 1-1-2021 voorziet er ook in dat op dat moment de DSO in zoverre klaar is dat het dienstverleningsniveau gelijk is aan het huidige. Dat wil zeggen dat er: - een vergunningsvraag ingediend kan worden, - door gebruikers een melding kan worden gedaan, - er een viewer beschikbaar is met geometrische informatie. Daarna vindt doorontwikkeling van het DSO plaats tot tenminste 2024. Dan zal alle beoogde functionaliteit beschikbaar zijn. In maart 2018 heeft de nieuw verantwoordelijke minister Ollongren de Tweede Kamer geïnformeerd over o.a. de voortgang van de invoering van de Omgevingswet. Deze voortgang wordt verbeeld in drie sporen. In het hoofdspoor wordt het wetgevingsstelsel gebouwd: de Omgevingswet met bijbehorende uitvoeringsregelgeving (vier AMvB’s en een regeling). De overgang van het bestaande naar het nieuwe wetgevingsstelsel wordt geregeld via het invoeringsspoor: de Invoeringswet. Via de aanvullingssporen worden beleidsontwikkelingen en een aantal lopende wetgevingsproducten opgenomen in de Omgevingswet. Bij de uiteindelijke inwerkingtreding in 2021 zijn er één wet, vier AMvB’s en één regeling. Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), de tweede AMvB, stelt inhoudelijke normen aan het handelen van bestuursorganen. Onder dit regiem verleent een gemeente een vergunning voor een omgevingsplanactiviteit. Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), de vierde AmvB, omvat bijvoorbeeld de regels van het huidige Bouwbesluit, naast grote delen van de huidige Woningwet. Onder dit regiem verleent een gemeente een vergunning voor de technische eisen aan een bouwwerk. Een apart spoor is het implementatieprogramma ‘Aan de slag met de Omgevingswet’. Dit programma omvat twee hoofdsporen: Invoeringsondersteuning en de ontwikkeling van een Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Dit digitale stelsel van landelijke en lokale voorzieningen ondersteunt de processen van de Omgevingswet. Alle sporen moeten leiden naar een invoering in 2021 van de stelselherziening omgevingsrecht. In haar brief aan de Tweede Kamer spreekt minister Ollongren tevens haar vertrouwen uit dat er op 1 januari 2021 een robuust en vernieuwend stelsel staat dat een breed draagvlak zal kennen.

Tijdschema invoering Omgevingswet. Bron: Invoeringswet Omgevingswet, consultatieversie (memorie van toelichting) 42


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.